Nieuws

Pensioenleeftijd

1. De leeftijd waarop je met pensioen gaat, is:

a)  65 jaar
b) 67 jaar en 3 maanden
c) 68 jaar
d) een datum die je zelf kiest

Enerzijds is er je AOW-leeftijd. Die was vroeger 65 jaar en gaat nu in stappen omhoog naar 67 jaar en 3 maanden in 2022. De ingangsdatum is gekoppeld aan je geboortedatum. Je kunt niet kiezen om je AOW-pensioen eerder of later in te laten gaan. Dat geldt – binnen de kaders van het pensioenreglement - wel voor het pensioen dat je opbouwt via je werk. Dit aanvullend pensioen gaat volgens onze pensioenregeling standaard in op 67 jaar. Binnen de kaders van het reglement kun je het eerder laten ingaan.

Het juiste antwoord is dus d.

Pensioenpot

2. De pensioenpot is over een paar jaar waarschijnlijk:

a)  goed gevuld
b) bijna leeg
c) helemaal leeg

Er is meer geld dan ooit tevoren in de Nederlandse pensioenpotten. Het totale vermogen nadert de € 1300 miljard. De afgelopen jaren is dat elk jaar meer geworden. Dat geld is bestemd voor degenen die nu nog werken én voor degenen die al met pensioen zijn. Er is dus straks ook pensioen voor de mensen die nu aan het werk zijn. 

Het juiste antwoord is dus a.

Pensioenpremie

3. Pensioenpremie wordt belegd. De pensioenpremie op een spaarrekening zetten, had voor het pensioen:

a)  meer opgeleverd
b) minder opgeleverd
c) geen verschil gemaakt

Beleggen levert op lange termijn meer op dan sparen. Zeker in deze tijd, waarin de spaarrente historisch laag is. Omdat je pensioen spaart samen met je collega’s, deel je de kosten en de risico’s van beleggen. Daardoor boekt een pensioenfonds op lange termijn doorgaans beter resultaat dan een gemiddelde Nederlander die zelfstandig gaat beleggen. Hoe ons fonds het doet, lees je in ons jaarverslag. De jaarverslagen staan op de Documentenpagina.

Het juiste antwoord is dus b.

Pensioenopbouw

4. Het pensioen bedraagt gemiddeld:

a)  ongeveer evenveel als alle betaalde premies
b) meer dan alle betaalde premies
c) minder dan alle betaalde premies

Wie nu met pensioen is, krijgt gemiddeld bijna 4x het totaal van de betaalde premies. Het uitgestelde loon is dus verviervoudigd. Die verhouding ligt voor de toekomst wel lager: 2 tot 3x het totaal. Dat is dus ook in de toekomst fors meer dan wat je samen met je werkgever hebt betaald aan premie.

Het juiste antwoord is dus b.

Meer informatie

Wil je meer weten? Volg de actuele ontwikkelingen in ons nieuwsoverzicht. Of kijk op deze website voor meer informatie over je pensioen.